CIMEDART
Tijdschrift voor filosofie
sinds 1969



Interview

Afscheid van het afdelingssecretariaat

Redactie


Aan het begin van dit jaar hebben Loes ten Velden en Ingrid van Beek afscheid genomen van de afdeling Filosofie. Cimedart legde ze een paar vragen voor. 

 

Loes: Wat leuk om nog even zo’n interview te doen, ook als extra afscheid van de afdeling Filosofie.

 

Wanneer ben je begonnen bij de afdeling filosofie? 

Loes: Dat was om precies te zijn 1 april 2012.

 

Ingrid: Ik ben begonnen bij Filosofie in maart 2013. Ik kwam van Rechten waar ik personal assistant was van André Nollkaemper, die nu decaan is. Daarvoor werkte ik bij de VU en daarvoor heb ik 32 jaar bij de KPN gewerkt. Ik heb Kunstgeschiedenis (kandidaats) en Russisch gestudeerd aan de UvA (ben dus afgestudeerd in Slavische Taal- en Letterkunde). Ik heb naast mijn werkzaamheden bij de UvA een eigen vertaalbureau Russisch. Door de combi kunst en Russisch heb ik vaak vertaalopdrachten voor musea.

 

Wat is er gedurende die tijd het meest veranderd?

Loes: Moeilijke vraag om te beantwoorden wat het meest is veranderd. Ik kwam bij de afdeling werken om het secretariaat Wijsbegeerte (deze naam is nu veranderd in Filosofie) weer op te zetten na een jaar stilstand. Dat gaf natuurlijk voor de afdeling de meeste verandering. En wat mij ook opviel, het invoeren van het systeem 8-8-4. Ik was bij de informatiebijeenkomst in de Zuiderkerk en vrij snel daarna werd dit systeem doorgevoerd. Het heeft, zelfs tot nu toe, veel kritiek opgeleverd. Veel stafleden bij filosofie hebben weerstand tegen dit systeem en zijn van mening dat dit veel werkdruk oplevert voor zowel staf als studenten.

 

Ingrid: Ten eerste de locatie van het secretariaat. Van het troosteloze uitzicht op een binnenplaats, zijn we verhuisd naar een prachtige kamer met uitzicht op de tuin en lucht. Vond ik echt heel fijn. Loes en ik hebben het secretariaat veel meer inhoud gegeven, hebben bijvoorbeeld de Spinozalezingen groter gemaakt. Het is een zeer goed lopend secretariaat geworden, waar mensen graag binnenlopen voor hulp maar ook voor een praatje. Verder was het een komen en gaan van nieuwe mensen, die soms maar voor een jaar bleven. Maar gelukkig ook veel mensen die er al jaren werkten en die je dus goed kon leren kennen.

 

Wat ga je het meeste missen? 

Loes: Ik ga alle collega’s bij Filosofie heel erg missen. Ik heb met zoveel plezier voor en met deze collega’s gewerkt. Het geheim is dat ik nooit het gevoel heb gehad dat er een hiërarchisch onderscheid was tussen de diverse lagen van onze afdeling. Er is veel respect voor de secretariaatsmedewerkers en voor het vele, ook onzichtbare werk, dat door ons wordt gedaan.

 

Ingrid: Wat ik het meest zal missen: de superaardige mensen (die Filosofen zijn). Het is een vreemd idee dat ik ze nu nooit meer zie; geen praatjes meer met ze kan maken. Ook het werk zal ik missen, want dat heb ik altijd superleuk gevonden. Ik was ook superblij dat ik de laatste jaren van mijn werkzaam leven bij zo’n fijne afdeling mocht werken. Ik ben dus nu met pensioen.

Ook de leuke feestjes en uitjes (die wij mochten bedenken) zal ik missen. Ik heb een fantastisch afscheid gehad, waar heel veel mensen kwamen, speeches en persoonlijke cadeautjes en ook een prachtig afscheidscadeau. Ik heb echt het gevoel gekregen dat ik zeer gewaardeerd werd. En dat doet een mens goed.

 

En wat niet?

Loes: Wat ik persoonlijk niet ga missen zijn de ‘stomme’ klusjes die niet in je functietaken staan, zoals het eeuwige gezeur om het terugbrengen van servies en thermoskannen naar de keuken OTM [sorry Loes! red.] en medewerkers attenderen om spullen uit de ijskast te halen. Je wil niet weten hoe vies en beschimmeld het soms kan zijn en super ongezond. Ook het aanrecht staat regelmatig vol terwijl de afwasmachine leegstaat! Enfin, de huishoudelijke taken zeg maar.

 

Ingrid: Wat ik niet mis is het vroege opstaan en dan door de regen en wind op de fiets naar de OTM. Het verkeer is steeds idioter aan het worden (ik fiets mijn hele leven al door de stad) met vooral de fietsers die zich aan geen enkele verkeersregel houden. Ik ben vier jaar geleden aangereden door een grote vrachtauto die rechtsaf sloeg en mij niet zag (dode hoek). Als door een wonder werd ik van mijn fiets getild en neergezet op de rijweg. Mijn fiets is totaal verfrommeld onder de enorme wielen, maar ik had alleen een zere rug (mijn moeder was toen net overleden en ik heb altijd het idee dat ik een engeltje op mijn schouder gehad heb). Stond ook in de krant (Parool): ‘Fietser ontsnapt aan de dood’. Dat was ik dus.

Ook qua drukte van de toeristen vind ik het fijn dat ik niet meer op de fiets de binnenstad in hoef. Die zijn volkomen gestoord: stoned en dan op de fiets, terwijl je niet kan fietsen... geen gelukkige combinatie.

 

Hebben jullie misschien een leuke anekdote over jullie tijd? 

Loes: Een leuke anekdote is misschien wel het afdelingsuitje van 2012, denk ik. Toen was er een bootreis gepland (niet door mij geboekt) voor het brengen en halen van onze medewerkers naar Amsterdam Noord. Tijdens de terugreis brak er een hevig onweer los terwijl we net het IJ overstaken. De boot was niet zo zeebestendig, zeg maar, en het water klotste door de deuropening naar binnen. Dat gaf aardig wat paniek, we zagen ons al helemaal naar de IJ-bodem verdwijnen. Gelukkig was onze stoere schipster (vrouw aan stuur en aan boord) in staat om ons terug te varen. Alhoewel wij ook zagen dat zij behoorlijk zenuwachtig werd. Sindsdien wordt er bij het noemen van het woord ‘afdelingsuitje’ meteen aan dit avontuur herinnerd en heeft het jaren geduurd eer de afdeling weer in het bootje wilde stappen. Inmiddels is er wel een generatie stafleden ontstaan die hier geen herinnering meer aan heeft. En deze generatie zal alleen maar groeien.

 

Wat doe je nu? 

Loes: Ik ben niet uit dienst of met pensioen (zoals mijn collega Ingrid). Ik heb promotie gemaakt door nu in een andere functie te werken bij afdeling MVTC en T&L-wetenschappen [Moderne Vreemde Talen en Culturen, Taal & Letterkunde, red.]. Als assistent-bedrijfsvoerder ben ik nu voor deze twee afdelingen aan het werk en ben ik inmiddels vele nieuwe collega’s aan het leren kennen. Toch mis ik de filosofen…

 

Ingrid: Wat ik nu doe is het superdruk hebben met onze kleinzoon, Julius van anderhalf, die twee dagen per week bij ons is. Lunchen met vriendinnen, leuke dingen doen met mijn man (vakantie, dagjes weg), met de organisatie van workshops Russisch voor professionals, maar ook met vertaalopdrachten die ik natuurlijk gewoon kan blijven doen. Kortom, eigenlijk kom ik tijd tekort, haha.

 

Loes: Veel succes met jullie Cimedart. Mocht je het secretariaat filosofie nodig hebben, er zijn nu inmiddels twee fantastische secretaresses aan het werk die ons hebben opgevolgd: Fariël Agten en Romy van Onck.

 

Ingrid: Het is natuurlijk wel gek dat zowel Loes als ik nu weg zijn en er opeens twee nieuwe mensen op het secretariaat zitten. Zo zie je maar: niemand is onvervangbaar.