Geen titel
Sanne van der Marck
Jouw ogen waren groot vragend op mij gericht
Een zwaard in jouw woorden, verstopt onder al het zachte van je haar
Ik liet me gewillig steken
Zoals je zeewater proeft maar weet dat het zout is
Toch was ik verrast door de bitterheid van je tranen
Eén voor één vielen ze op de grond onder onze voeten
Ze eisten alle ruimte op
Te laat had ik door dat hier geen plaats meer was voor mij
Er was alleen nog water
En zout
Met jou aan de overkant