CIMEDART
Tijdschrift voor filosofie
sinds 1969



Essay

Seneca en Aurelius in Silicon Valley

Djuna Spreksel


Wat dan kan ons veilig leiden? Alleen en uitsluitend de
wijsbegeerte! Deze nu bestaat daarin, de demon binnen
in ons vrij te houden van schade en schande, verheven
boven lust en leed; niets op goed geluk te doen; nooit te
liegen of te veinzen; nooit nodig te hebben dat een ander
iets doet of niet doet; alle gebeurtenissen en lotgevallen
te aanvaarden als komende vanwaar wij zelf gekomen zijn

(Zelfbespiegelingen, tweede boek, 17).


Aan het woord is Marcus Aurelius (121-180 n.Chr.), naast
Romeinse keizer ook een begenadigd filosoof. Samen met
Seneca (4 v.Chr-65 n.Chr.) en Epictetus (50-130 n.Chr.) is
hij verantwoordelijk voor de belangrijkste overgeleverde
werken binnen de Romeinse stoïcijnse filosofie. Hoewel het
stoïcisme veelomvattend is en disciplines zoals psychologie,
theologie, taalkunde en natuurkunde omvat, poogt het in de
allereerste plaats een praktisch antwoord te geven op de
vraag naar het goede leven.


Dat goede leven is een kunst waarin we ons kunnen oefenen,
een ambacht welhaast, die de laatste tijd op veel gretige
leerlingen mag rekenen. De afgelopen jaren worden niet
alleen de belangrijkste klassieke stoïcijnse werken afgestoft
en in nieuwe vertalingen uitgebracht, maar worden
er veelvuldig parallellen getrokken met de huidige tijd: het
eeuwenoude stoïcisme wordt omgedoopt tot een vorm van
zelfhulp voor de moderne, 21ste-eeuwse mens. Waar komt
die herwaardering ineens vandaan, en, nog belangrijker: in
hoeverre hebben we hier nog te maken met de oorspronkelijke
filosofie?


Wie zich verdiept in het klassieke stoïcisme zal het in de
eerste plaats opvallen hoe praktisch toepasbaar de filosofie
is, en hoe gemakkelijk te integreren in het dagelijkse leven.
De Stoici maakten van filosofie een werkwoord, en daar ligt
meteen een deel van haar aantrekkingskracht. Het stoïcisme
vertoont daarin opvallend veel overeenkomsten met de
boeddhistische filosofie, en met name meditatie. Die praktische
toepasbaarheid toont zich in het bijzonder in het werk
van Epictetus, een Griekse slaaf die na zijn vrijlating in 89 een
eigen filosofische school stichtte.


Volgens Epictetus dient de mens een strikt onderscheid te
maken tussen wat er binnen zijn macht valt, en wat erbuiten.
Vervolgens dienen we ons alleen bezig te houden met wat
er eph’he-min (‘aan ons’) is. Gebeurtenissen liggen buiten
ons, en zijn daarmee niet goed of slecht, ze zijn gewoon. De
klassieke stoïcijnen waren deterministen, die heilig geloofden
in de wetten van de natuur en de wil van de goden. Volgens
Epictetus hebben we weinig invloed op onze levensloop en
op hoe de wereld om ons heen eruit ziet, maar wél op hoe
we met die gebeurtenissen omgaan. Daar moeten we dan
ook onze energie op richten. Of we boos, blij, geïrriteerd of 
verdrietig zijn, is een keuze, die we maken op rationele basis.

In onze macht ligt hoe we omgaan met onszelf en onze
medemens, en daarom hebben we in het dagelijkse leven
ook plichten naar onszelf en de ander: we dienen bijvoorbeeld
goed voor ons lichaam te zorgen, om de kans op ziekte
eventueel wat te verkleinen. Maar of we ziek worden, hebben
we uiteindelijk niet in de hand. Zo is het ook aan ons of we
ons opstellen als een betrouwbare en loyale vriend, maar of
die ander ons uiteindelijk ook zo ziet, ligt buiten onze macht.
In deze tijd van snelle veranderingen, crises (hallo onzichtbaar,
onvoorspelbaar virus) en de steeds duidelijker gevoelde
grenzen van de maakbaarheidssamenleving hebben we
blijkbaar behoefte aan een gevoel van controle over onze
eigen houding en emoties, omdat zo veel in de wereld
oncontroleerbaar voelt. Succes, falen, ziekte. Het is niet verwonderlijk
dat Aurelius zijn Overpeinzingen schreef tijdens
een pestuitbraak.


De afgelopen jaren kwamen tal van nieuwe boeken uit, zoals
Handboek voor de moderne stoïcijn van Massimo Pigliucci en
The Daily Stoïc: 366 Meditations on Wisdom, Perseverance
and the Art of Living
van Ryan Holiday. Ook 12 rules for life
van psycholoog Jordan Peterson en Mark Manson’s The
Subtle Art of Not Giving a F*ck
laten zich erop voorstaan
gebaseerd te zijn op de stoïsche leer. Daarnaast zijn er inmiddels
tal van podcasts te beluisteren waarin in vogelvlucht de
praktische regels van het stoïcisme worden uitgelegd. Verder
zijn online YouTube-filmpjes zoals Why I Start My Day With
Marcus Aurelius
een hit.


Wie de overdaad aan recentelijk gepubliceerde stoïcijnse
boeken en artikelen onder de loep neemt, kan zich niet aan
de indruk onttrekken dat het hedendaagse aanbod zich laat
onderverdelen in twee verschillende categorieën: stoïcisme
als levensfilosofie en als life hack. De Amerikaans-Italiaanse
filosoof Massimo Pigliucci zou daarbij als toonbeeld van de
eerste categorie kunnen worden gezien. In Handboek voor de
moderne stoïcijn
, dat hij schreef samen met filosoof Gregory
Lopez, blijft hij dichtbij de klassieke leer die hij toepast op
alledaagse moderne situaties.


Pigliucci probeert zijn leerlingen zo nauwkeurig en waarheidsgetrouw
mogelijk te onderwijzen in wat het betekent
een onderscheid te maken tussen wat wel en niet in onze
invloedssfeer ligt. Binnen deze invloedssfeer moeten we,
zoals we eerder zagen, voldoen aan allerlei plichten naar
onszelf en de wereld, en richten we ons erop ons verlangen
naar externe zaken te verminderen. De weg naar meer
geluk maakt Pigliucci concreet door oefeningen waarbij de
lezer het perspectief van een ander inneemt, leert zijn eigen
perspectief te verbreden, zich het ergste voor te stellen, de
natuur en de kosmos te overpeinzen, en de goede eigenschappen
van anderen te beschouwen. Op deze manier kan
men de hoogste vorm van vriendschappen aangaan: vriendschappen
die gericht zijn op het goede.

Cruciaal in de filosofie zoals Aurelius, Epictetus en Seneca
haar beoefenden en onderwezen, was dat ze geen ander doel
dient dan de deugd zelf. Een goed mens zijn, bijvoorbeeld
door durf, rechtvaardigheid, zelfbeheersing en naastenliefde
aan de dag te leggen, is iets nastrevenswaardig omwille van
zichzelf. De klassieke stoïcijnen waren kosmopolieten, en
als ze spraken over zelfverbetering stond dat in dienst van
het verbeteren van de wereld als geheel, en niet het eigen
(economische) succes. Zorgen voor het zelf staat altijd in
strikte verhouding tot zorgen voor de ander en de wereld, zo
laat ook Pigliucci zien. De klimaatcrisis en oorlogen zijn voor
Pigliucci vanuit een stoïsch perspectief dus zeker menselijke
aangelegenheden, waarin we onze plichten verzaken.


Hoe anders is dat in de boeken van de Amerikaanse auteur
Ryan Holiday. Hij schreef How to become a Stoïc, The
Daily Stoic
en The Obstacle is The Way: The Timeless Art of
Turning Trial Intro Triumph
en is razend populair in Sillicon
Valley en onder professionele sporters. Het ontstaan van
het zelfhulpstoïcisme is mede aan hem te danken. Holidays
werk kenmerkt zich door vereenvoudiging: bij verschillende
filosofen ‘shopt’ hij van hun context losgeweekte citaten,
die de lezer aanzetten volgens stoïcijnse regels te leven.
Opmerkelijk is dat bijvoorbeeld het verminderen van het verlangen
naar externe zaken en het ontwikkelen van deugden
omwille van zichzelf veel minder een rol speelt. De motivatie
is grotendeels extern en op het zelf gericht: het verminderen
van stress, angst en lijden vindt plaats op het individuele
niveau en Aurelius en Seneca zouden ons helpen gelukkiger,
mentaal fitter, succesvoller en efficiënter te zijn bij wat we
willen bereiken.


En daar zit natuurlijk de crux, want de moderne mens heeft
over het algemeen andere ideeën over de kosmos en over
wat er wel of niet in onze macht ligt dan de klassieke stoïcijnen.
We geloven niet altijd meer in wat voor de klassieke
Stoa vanzelfsprekend én cruciaal was: dat de aard van
concrete gebeurtenissen, bijvoorbeeld hoe een ander over
ons denkt, uiteindelijk buiten onze macht liggen. Integendeel,
ons wordt geleerd dat we ons succes en falen in eigen hand
hebben. De maatschappelijke positie van elk individu lijkt in
onze tijd vooral gebaseerd op zijn of haar verdienste.
Het is een verhaal waar de vermogende elite, toch al minder
dan anderen gehinderd door tegenslagen, wel bij vaart. Dat
er factoren meespelen die volledig buiten onze macht liggen,
zoals geluk of aanleg, en waar zich dan precies de grens
bevindt met wat wel binnen onze macht ligt, lijken we ons
nauwelijks nog af te vragen. En dat laatste manifesteert zich
nu, paradoxaal genoeg, ook in het stoïcisme als life hack:
een zelfhulpfilosofie die zich in naam en leer zegt te baseren
op een klassieke voorganger die dat onderscheid juist als
haar kern beschouwde.


Wie verder gaat dan het vertalen van de oude klassieken,
bijvoorbeeld door hun leer toe te passen op de huidige tijd,
bevindt zich dus op glad ijs. Dat betekent niet dat het niet
kán, zo bewijst Pigliucci. Maar waar het klassieke stoïcisme
uitsluitend als parapluterm wordt gebruikt voor de weg tot
individueel succes, efficiëntie of mentale weerbaarheid, moeten
de alarmbellen afgaan - Marcus Aurelius zou zich in ieder
geval omdraaien in zijn graf.