CIMEDART
Tijdschrift voor filosofie
sinds 1969



Drift-Essay

Over het omhelzen van een vloeibare identiteit

Matisse Huiskens


Met dit essay won kunsthistoricus Matisse Huiskens de DRIFT-essaywedstrijd. Het essay is door hem voorgedragen op de zestiende editie van het Wijsgerig festival DRIFT. 

Onlangs las ik een zinnetje dat niet meer uit mijn hoofd ging: ‘my identity is fluid.’ Tegenwoordig is dat op zich geen vreemde uitspraak. Maar misschien maakte de handgeschilderde woorden op de foto mij nieuwsgierig naar het grotere geheel; een schilderij van twaalf meter breed. Manyi Takor was een eerstejaarsstudent aan kunstacademie Central Saint Martins in Londen toen ze het werk maakte. Takor had de jaarlijkse opdracht voor Big Walls and Windows gekregen, en maakte daarvoor twee van die grote schilderijen. De schilderijen kwamen tegenover elkaar te hangen, achter glas, aan weerszijden van de grote centrale hal van de academie. Samen vormden ze de installatie getiteld Hidden Identities (2022). Eén van de twee schilderijen bestond uit verschillende onderdelen, scènes in zekere zin, en toonde kleurige planten, en zowel geometrische, abstracte als menselijke figuren. Ongeveer in het midden van het schilderij waren er krantenpagina’s op het doek geplakt. Aan de onderkant van het doek was daar ook de zin te lezen die mijn aandacht had gevangen.

Op andere foto’s was te zien dat er nog een vervolg aan zat: ‘my identity is fluid because I am only ever the present.’ Ik las de zin nog eens, maar dan langzamer: ‘my identity is fluid because I am only ever the present.’ De vertaling luidt vervolgens: ‘mijn identiteit is vloeibaar, omdat ik alleen maar altijd het heden ben.’ Er zijn twee dingen die het toegevoegde deel moeilijk maken. Ten eerste de vraag hoe iemand altijd het heden kan ‘zijn.’ Takor schrijft dat ze altijd het heden is, als een soort belichaming van de tijd. Anders gesteld onderstreept dit een individuele ervaring: ik ervaar de wereld telkens in het heden, terwijl ik het verleden slechts kan herinneren, en de toekomst nog alleen maar kan verbeelden. Ten tweede schrijft Takor dat ze een vloeibare identiteit heeft omdat ze alleen maar altijd het heden is. Voor de kunstenaar lijkt het zijn van een voortdurend heden dus de mogelijkheidsvoorwaarde van een vloeibare, fluïde identiteit. Wat zijn de implicaties van deze veronderstelling?

Een fluïde identiteit zouden we kunnen begrijpen als een veranderlijke identiteit, die zich niet laat vangen of categoriseren door de chronologische, lineaire tijd. De meest bekende vorm is vandaag waarschijnlijk gender-fluïditeit. Iemand kan zich gedurende een maand, week, of dag vanuit dit idee telkens met een ander gender identificeren, zowel bewust alsook vaak onbewust, zoals Judith Butler al heeft gesteld. Takor spreekt echter niet specifiek over een vloeibare identiteit in termen van gender, maar een gedeelde factor is wel dat veranderlijke, vloeibare karakter.

Een vroege vorm van het denken over vloeibaarheid vinden we in de uitspraak panta rhei, dat in het oud-Grieks zoiets betekent als ‘alles stroomt,’ en wordt toegeschreven aan Heraclitus. Het idee wordt vaak gerelateerd aan de metafoor van een stromende rivier, om aan te duiden dat in de natuur alles voortdurend in beweging is. Maar in de moderne tijd heeft er een verandering plaatsgevonden wat betreft dat denken. Meer recent kennen we het begrip vloeibaarheid dankzij de centrale these van Liquid Modernity (2000), waarin socioloog Zygmunt Bauman stelt dat de moderniteit ‘vloeibaar’ is geworden. Daarmee bedoelt Bauman dat de moderniteit in een fase is aanbeland waarin zowel instituties als individuele levens voortdurend aan verandering onderhevig zijn. Een belangrijk onderscheid dat we dienen te maken is dat Bauman vloeibaarheid niet beschouwt in termen van hoe de wereld zich de facto aan ons voordoet. In de moderne tijd heeft zich een ontwikkeling voorgedaan in ons begrip van de wereld: wat eerst werd beschouwd als vast, is nu vloeibaar.

In die moderne wereld is onze individuele identiteit niet langer een gegeven, zo schrijft Bauman in navolging van Jean-Paul Sartres idee van een levensproject. Identiteit is eerder een proces, een performatieve handeling, die we telkens opnieuw dienen te volbrengen: denk weer aan gender. ‘The work of art which we want to mould out of the friable stuff of life is called identity,’ zo schrijft Bauman. ‘The search for identity is the ongoing struggle to arrest or slow down the flow, to solidify the fluid, to give form to the formless.’ Volgens Bauman betekent dit echter niet dat de ‘flow’ van de moderne tijd vertraagd kan worden, en al helemaal niet dat deze een halt kan worden toegeroepen. Bauman vergelijkt identiteiten daarom met korstjes die zich vormen op de lava na een vulkaanuitbarsting. Het korstje krijgt door de gloeiendhete lava geen tijd om af te koelen, en smelt even later weer om deel te worden van de massa. In een momentopname lijkt het korstje – de identiteit – misschien stevig en solide, maar even later wordt ze weer bedolven door de voortbewegende massa, geabsorbeerd door de vloeibare tijd.

Takors acceptatie van een vloeibare identiteit vertoont weliswaar overeenkomsten met de theorie van Bauman, maar is praktisch gezien onhoudbaar. Takors eigen handelen is tegenstrijdig met het ‘alleen maar altijd het heden zijn.’ Om te verklaren dat iemand het heden is lijkt namelijk in tegenspraak met hele idee van een vloeibare identiteit, die juist staat voor tijdelijkheid en veranderlijkheid als een korstje op de lava. En daarnaast: is het maken van twee enorme schilderijen een project dat slechts een zeer tijdelijke waarde beoogt, of schuilt daarin ook iets van de wens om te bestaan voorbij het heden?

De vraag stellen is haar beantwoorden. Het medium waarop de tekst valt te lezen – een schilderij – demonstreert dat de uitspraak van Takor in theorie misschien wel geldigheidswaarde heeft, maar praktisch gezien onmogelijk is. We moeten ons beseffen dat het schilderij van Takor ergens zal worden opgeslagen, en langer zal bestaan dan in het heden en het moment waarop ik erover schrijf. In de toekomst kan het schilderij nieuwe betekenissen krijgen, en zullen de vragen over de vloeibare tijd en onze identiteit telkens opnieuw beantwoord moeten worden.