CIMEDART
Tijdschrift voor filosofie
sinds 1969



Brief voor Michiel van Lambalgen

Over nut en noodzaak van Michiel van Lambalgen

Alexander Albrecht


Door de redelijk verbazingwekkende beslissing van de filosofie faculteit van de UvA heb ik nu een tamelijk simpele doch rare taak gekregen: de nut en noodzaak van Michiel van Lambalgens docentschap presenteren. Het is een simpele taak – naar mijns inziens spreekt deze noodzaak compleet voor zich – en het is een rare taak, ik kom er namelijk nog steeds niet bij waarom het nodig is deze noodzaak te benadrukken. Afijn, de wegen van de bureaucratische machine zijn ondoorgrondelijk, dus ik zal toch in dit stukje u kennis willen laten maken met de noodzaak van Michiel van Lambalgen. Zelf heb ik enkel één vak bij hem kunnen volgen, maar ik kan eerlijk zeggen dat dit een van de meest intellectueel duizelingwekkende vakken is geweest die ik in mijn 6 jaar studie heb meegemaakt. Het vak heette Kant, Logic and AI en aan de hand hiervan ga ik proberen te laten zien waarom ik nou zo overtuigd ben van Michiels belang. 

Aangezien dit blad een filosofisch blad heet te zijn, neem ik aan dat u als lezer enige mate van bekendheid heeft met Kants belangrijkste werk, Kritiek van de zuivere rede

Toch een kleine opfriscursus: in dit boek tracht Kant antwoord te geven op de volgende vraag: 'Wat kunnen we [in principe] weten?' Of iets preciezer, wat moeten we doen om met recht te kunnen zeggen dat we iets van een object weten en wanneer zijn we gerechtvaardigd om over een object te spreken? Kant beantwoordt deze vragen door uit te zoeken hoe de geest in principe in elkaar zou moeten zitten om objectieve kennis te kunnen genieten. Wat Kant zo interessant maakt, is dat hij dit niet (alleen) empirisch vraagt, maar dat hij zich afvraagt wat een geest met de faculteiten die de mens empirisch gezien heeft (grofweg ontvankelijke zintuiglijkheid en spontane/actieve rede) zou moeten doen om over objectieve kennis te beschikken. Wat deze geest moet doen, is nieuwe indrukken die hij binnenkrijgt tot objecten maken waar oordelen over kunnen worden geveld. Deze oordelen kunnen vervolgens geïntegreerd worden in het systeem van oordelen dat het subject al heeft. Voor Kant wordt cognitie dus een handeling waar bepaalde regels – die van logische oordelen – aan ten grondslag liggen. Het uitvogelen van de structuur van die regels en de relatie hiervan tot onze zintuiglijkheid is kortweg het project van de eerste Kritiek. 

Wat heeft dit nu te maken met het belang van Michiel van Lambalgen? Het volgende: het is hem simpelweg gelukt om voor het eerst in zo’n 200 jaar Kantstudien de logica die het skelet vormt van het hele boek te formaliseren. Tot voor kort werd Kants logica niet eens serieus genomen als logica. Dat komt deels doordat de correcte formele taal om dit uit te drukken pas zo’n 35 jaar bestaat en deels omdat de filosofen die ernaar keken eigenlijk (nog) niet genoeg van logica afwisten. Zo is het Michiel dus gelukt om door een gehard dogma heen te kijken dat al stand houdt sinds ongeveer Frege. 

Nu kan je dit zien als een kleine overwinning in een wel heel specifieke exegetische niche, maar er schuilt een groot belang in deze ontwikkeling: rigoureuze formalisatie is de eerste stap tot algoritmisering, wat zou betekenen dat we een machine (een AI) de handeling van Kantiaanse cognitie kunnen laten uitvoeren. Als we dan een Brandomiaans-Sellarsiaanse interpretatie van cognitie en intentie als geconstitueerd door sociaal opgebouwde handelingen in Kantiaanse lijnen nemen, zouden we hiermee kunnen stellen dat een AI die Kantiaanse integratie (synthese) kan uitvoeren ook beschikt over cognitie en intentie. Kortgezegd is dit de sprong die een AI van een blinde pattern-matcher tot een cognitief en handelend subject kan brengen, wat een redelijk gigantische stap voorwaarts is in de evolutie van AI. Ik zal u niet vervelen door uit te leggen waarom ik dit vind, maar wil er wel op duiden dat het laatste stuk niet enkel wilde speculatie is: op dit moment is Richard Evans bij Google Deepmind (niet de minste in het AI veld) bezig om inzichten van Kant en Michiel toe te passen op AI, met een prototype dat al belangrijke en niet eerder bereikte mijlpalen in het AI-veld heeft behaald. Ik heb denk ik nu genoeg gejubeld over dit project, en ik hoop dat het me gelukt is om u in dit korte stukje ervan te overtuigen dat Michiels werk van wereldbelang is.

Om nog met een persoonlijke noot te eindigen, Michiel is godzijdank ook nog een erg duidelijke en humorvolle docent die deze uitdagende stof toch behapbaar weet te maken. Zijn colleges waren een van de weinigen waarvan ik blij was dat ze online werden gegeven, niet omdat ik het zo leuk vind om virtueel les te hebben, maar omdat ik ze dan een tweede keer terug kon kijken. En wanneer je dat doet heb je door dat elke zin die hij uitspreekt een cruciaal puzzelstukje vormt van het duizelingwekkende bouwwerk dat hij in zijn collegereeks uitbouwt. Zo lesgeven, en er ook nog humor in kunnen vinden, lukt eigenlijk alleen een gepensioneerde docent, voor wie het lesgeven een tweede natuur is geworden. Ik hoop dus dat hij en de andere de jure gepensioneerde docenten ons de facto nog vele jaren hun kennis kunnen schenken.